Makreel

Latijnse naam: Scomber scombrus
Vissoort: Makrelen
Type vis: Zeevissen

Makreel

Herkenning: 1. Gestroomlijnde vis, op doorsnede vrijwel rond. Bovenzijde van de flanken glanzend blauw-groen met zwarte lijnen- en vlekkenpatroon. Onder de zijlijn geen vlekken. 2. Rugvinnen ver uit elkaar. 3. Vijf bijvinnen achter de tweede rugvin en de anaalvin.
Verspreiding: Noord-Atlantische Oceaan, Noordzee en westelijke Oostzee. Langs de Nederlandse kust algemeen.
Leefwijze: Paait in juni en juli bij een temperatuur van 11-14°C, waarbij het vrouwtje 200.000 - 450.000 eieren nabij het wateroppervlak legt. De jonge makrelen bereiken aan het eind van het eerste levensjaar een lengte van 20 cm (‘paapjes’). Na de paai ten zuiden van Ierland trekken de makrelen in zeer grote scholen naar de voedselgebieden nabij de Shetlandeilanden in de noordelijke Noordzee, maar er is ook nog een kleine populatie die in de Noordzee paait. Makrelen hebben geen zwemblaas en moeten voortdurend blijven zwemmen om zuurstofrijk water langs de kieuwen te laten stromen.
Voedsel: Dierlijk plankton en kleine vis.


Er zijn nog geen foto's van deze vis door leden geupload. Klik hier om een foto te uploaden.