Diklipharder

Latijnse naam: Chelon labrosus
Vissoort: Harders
Type vis: Zoetwatervis en Zeevis

Diklipharder

Herkenning: 1. Twee korte gescheiden rugvinnen, waarvan de eerste met vier stekels. 2. Horizontaal donker strepenpatroon op de flanken en zonder donkere vlek aan de basis van de borstvinnen. 3. De diklipharder heeft duidelijk herkenbare papillen (lijken op zuignapjes) op de dikke bovenlip, die dikker of gelijk is aan de halve oogdiameter. De onderste helft van de bovenlip is wit-grijs, de bovenste helft donkerblauw. 4. Er zijn drie hardersoorten: de diklip-, de dunlip- en de goudharder. De drie soorten vertonen een grote gelijkenis. 
Verspreiding: Oost-Atlantische Oceaan van Mauretanië tot Zuid-Noorwegen en IJsland, Middellandse Zee, Noordzee. Langs de Nederlandse kust in de zomer algemeen, ook in de zeearmen en het Noordzeekanaal. 
Leefwijze: Leeft in scholen nabij de kust en in brak water. Paait in het Kanaal en Ierse wateren in juli en augustus.
Voedsel: Graast algen en detritus van stenen en palen, waarbij ook dierlijke organismen worden opgenomen.


Er zijn nog geen foto's van deze vis door leden geupload. Klik hier om een foto te uploaden.