Rivierprik

Latijnse naam: Lampetra fluviatilis
Vissoort: Prikken
Type vis: Zoetwatervis en Zeevis

Rivierprik

Herkenning: 1. De zuigbek is voorzien van een raspschijf, die bezet is met slechts een klein aantal tandjes. 2. Er zijn aan elke zijde zeven kieuwopeningen aanwezig. 3. De zijden en de buik zijn zilverglanzend gekleurd, bij geslachtsrijpe dieren is de rug vrijwel egaal zwart.
Verspreiding: Noord-Atlantische en Noord-Pacifische kusten, Noordzee en Oostzee. In Nederland niet algemeen, maar neemt de laatste jaren duidelijk toe.
Leefwijze: Wordt in zoetwater geboren en leeft de eerste drie à vier jaar als larve ingegraven in de bodem van beken en rivieren. Trekt na een metamorfose tot volgroeide prik naar zee en leeft in de kustwateren als parasiet op andere vissen. Trekt van februari tot april naar de paaiplaatsen in relatief ondiep (20-150 cm), snelstromend water. Het mannetje prepareert door stenen en grind te verplaatsen een nestkuil, waar de eieren in worden afgezet aan grind, kiezel of stenen. De rivierprik sterft kort na de paai.
Voedsel: De volgroeide rivierprik leeft van opgezogen bloed en weefselvocht van o.a. kabeljauw, zalm en makreel.


Er zijn nog geen foto's van deze vis door leden geupload. Klik hier om een foto te uploaden.