Spiering

Latijnse naam: Osmerus eperlanus
Vissoort: Spieringen
Type vis: Zoetwatervis en Zeevis

Spiering

Herkenning: 1. De bek is bovenstandig. 2. Er is een vetvin aanwezig. Op de zijlijn liggen 60-66 schubben. Spiering heeft een kenmerkende komkommergeur. De in het Nederlandse binnenwater zeldzame, trekkende ‘zeespiering’ wordt veel groter (gemiddeld 25 cm) dan de niet-trekkende ‘binnenspiering’ die niet groter wordt dan circa 15 cm.
Verspreiding: Noordoost-Atlantische kusten, Noordzee, Oostzee en Barentszzee. Langs de Nederlandse kust en in de zeegaten algemeen. De zeespiering is in het binnenwater veel minder talrijk dan de binnenspiering, die in zoet water in de kustprovincies voorkomt (IJsselmeer, Tjeukemeer).
Leefwijze: Van oorsprong een anadrome (in zoet water paaiende) trekvis, die echter ook zijn hele levenscyclus in zoet water kan voltooien (‘binnenspiering’). Paait van maart tot mei in zoet water op zandige of grindachtige bodems, maar in het IJsselmeer ook op verharde dijklichamen.
Voedsel: Dierlijk plankton en kleine kreeftachtigen. Grote (zee)spiering eet ook wel vis: meestal zijn dat kleinere soortgenoten.


Er zijn nog geen foto's van deze vis door leden geupload. Klik hier om een foto te uploaden.